Creation year

2013

15 record(s)
 
Type of resources
Available actions
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
License
Contact for the resource
Years
Formats
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
From 1 - 10 / 15
  • Het Decreet natuurbehoud bepaalt dat het Vlaamse Gewest recht van voorkoop heeft bij verkoop van onroerende goederen in bepaalde gebieden. Deze dataset bakent één van deze gebieden af m.n. de uitbreidingszones van de natuurreservaten, gelegen binnen de groen- en bosgebieden, de bosuitbreidingsgebieden en de met al deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening, of het VEN. Het digitaal bestand is geen juridisch document.

  • Dit bestand bevat de afbakeningen van de habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 4 mei 2001, bekrachtigd op 24 mei 2002 en gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 17 augustus 2002. Op 15 februari 2008 werd door de Vlaamse Regering ook de waterzone van het IJzer- en Schelde-estuarium bij de Commissie voorgesteld als bijkomende gebieden van communautair belang. Na openbaar onderzoek beslist de Vlaamse regering op 15 januari 2013 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 04 februari 2013) tot definitieve vaststelling van de afbakening van het deelgebied 11 'Boterakker' van de speciale beschermingszone BE2200037 'Uiterwaarden van de Limburgse Maas met Vijverbroek' als speciale beschermingszone in toepassing van de Habitatrichtlijn. Voor de definitieve aanwijzing van de Habitatrichtlijngebieden opteerde de Vlaamse overheid ervoor om per gebied een apart aanwijzingsbesluit goed te keuren, waarin meteen ook de instandhoudingsdoelstellingen voor dit gebied (S-IHD) worden opgenomen. De habitatrichtlijn of de Europese Richtlijn 92/43/EEG heeft tot doel de biodiversiteit in de lidstaten te behouden en streeft naar de instandhouding en het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken. De belangrijkste maatregel is de aanduiding van Speciale Beschermingszones. Dit bestand vervangt het vroeger verspreide bestand met de afbakeningen van de Habitatrichtlijngebieden en bevat aanvullende afbakeningen ten opzichte van de afbakeningen van de Habitatrichtlijngebieden op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 24/05/2002. Deze dataset wordt op twee manieren ontsloten: -De habitatrichtlijngebieden, waarin gebieden die bestaan uit meerdere polygonen worden beschouwd als één element. Dit resultaat wordt bekomen door een dissolve-operatie uit te voeren op de oorspronkelijke dataset. -De habitatrichtlijndeelgebieden, waarbij er afzonderlijke polygonen zijn per deelgebied.

  • Deze kaartindicator toont per ha het aantal huishoudens die goed of zeer goed voorzien zijn van regionale voorzieningen op fietsafstand. De kaart met het niveau aan 'basisvoorzieningen per ha' wordt hiervoor in 4 categorieën verdeeld: matig, beperkt, goed en zeer goed voorzien. Enkel voor de gebieden die goed en zeer goed voorzien zijn, wordt de kaart van de huishoudens 2013 gebruikt en dus beperkt tot die gebieden. De huishoudens die beperkt of matig bediend worden door regionale voorzieningen worden bijgevolg niet getoond. Welke voorzieningen meegenomen werden om de regionale voorzieningen te definiëren kan teruggevonden worden in het eindrapport van de onderzoeksstudie: Verachtert, E., I. Mayeres, L. Poelmans, M. Van der Meulen, M. Vanhulsel, G. Engelen (2016), Ontwikkelingskansen op basis van knooppuntwaarde en nabijheid voorzieningen. Deze studie werd uitgevoerd door VITO in opdracht van Departement Ruimte Vlaanderen en gepubliceerd op 29-02-2016. Zie https://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Diensten/Onderzoek/Studies/articleType/ArticleView/articleId/8954 Voor het bepalen van (een benadering van) het aantal huishoudens per ha werd gebruik gemaakt van de indicator 'huishoudensdichtheid per ha' die gecreëerd werd op de volgende manier. De dataset van de bevolking beschrijft aan de hand van een puntenbestand de locatie en het aantal inwoners per adres. Dit bestand (beta-versie) werd aangemaakt door Agentschap Informatie Vlaanderen (AIV) aan de hand van gegevens uit het Rijksregister (op datum van 2 maart 2013). De locaties werden bepaald door een geocodering van de adressen op basis van CRAB (versie 2013). Als proxy voor het aantal huishoudens werd het aantal adressen in de dataset gebruikt. .Op basis van het puntenbestand van het AIV werd in eerste instantie het aantal huishoudens per hectare berekend door de het aantal objecten in de adressendataset per hectare-cel te sommeren. De grootste uitschieters werden verwijderd uit de kaart. Voor meer details over deze indicator zie het rapport ‘indicatoren ruimtelijk rendement’ dat terug te vinden is onder: https://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Diensten/Onderzoek/Studies/articleType/ArticleView/articleId/9077

  • Deze kaart van de verweving tussen hoog groen en wonen werd opgemaakt op basis van het landgebruiksbestand op 10m-resolutie. 'Hoog groen' wordt hier beschouwd als vegetatie met een hoogte van meer dan 3 meter. Het gaat dus in hoofdzaak om solitaire bomen of bos. Voor 'wonen' werden de residentiële cellen uit het landgebruiksbestand gebruikt. De analyse werd uitgevoerd op een resolutie van 10m. Deze kaart geeft per hectarecel aan of het een cel is waarin hoog groen voorkomt zonder wonen, of het een residentiële cel is zonder hoog groen, dan wel of het een cel is met een zekere mate van verweving tussen hoog groen en wonen, met een dominantie van de groene functie of van de woonfunctie. Voor verweven cellen wordt onderscheid gemaakt tussen cellen die voor meer dan de helft worden ingenomen door hoog groen (dominant hoog groen), of voor meer dan de helft worden ingenomen door wonen (dominant wonen). Andere landgebruiken, waaronder landbouw, water, recreatie, infrastructuur, enz. worden in de analyse buiten beschouwing gelaten.

  • Deze kaart van de verweving tussen landbouw en wonen werd opgemaakt op basis van de combinatie van de residentiële cellen uit het landgebruiksbestand met de laag van de landbouwgebruikspercelen. De analyse werd uitgevoerd op een 10m-resolutie. Elke hectarecel waarin minstens 100m² landbouw of wonen voorkomt, werd meegenomen in de analyse. Deze kaart geeft per hectarecel aan of het een volledig monofunctionele landbouwcel is, of een volledig monofunctionele residentiële cel is, of dat het een cel is met een mate van verweving tussen landbouw en wonen. Voor verweven cellen wordt onderscheid gemaakt tussen cellen die voor meer dan de helft worden ingenomen door landbouw (dominant landbouw), of voor meer dan de helft worden ingenomen door wonen (dominant wonen). De woningen van landbouwbedrijven worden hierbij niet beschouwd als woongebouwen, maar als landbouwgebouwen. Voor de landbouw werd alleen de geregistreerde landbouw meegenomen volgens aangiften bij het Departement Landbouw en Visserij, en opgenomen in de landbouwpercelendatabank. Andere landgebruiken, waaronder natuur, water, recreatie, infrastructuur, enz. worden in de analyse buiten beschouwing gelaten.

  • Deze kaart van de verweving tussen natuur en landbouw werd opgemaakt op basis van een selectie van alle waardevolle en zeer waardevolle natuur uit de biologische waarderingskaart gecombineerd met de kaart van landbouwgebruikspercelen. De analyse werd uitgevoerd op een 10m-resolutie. Zo werden ook kleine perceeltjes natuur en landbouw in een verstedelijkte context gedetecteerd. Elke hectarecel waarin minstens 100m² natuur of landbouw voorkomt, werd meegenomen in de analyse. Deze kaart geeft per hectarecel aan of dit een monofunctionele landbouwcel is, een monofunctionele natuurcel, een cel met verweving tussen landbouw en natuur met een dominantie van landbouw, of een cel met verweving tussen landbouw en natuur met een dominantie van natuur. In de cel kunnen ook andere functies voorkomen, zoals wonen, industrie of recreatie, maar deze functies (en hun oppervlaktes) worden in deze analyse buiten beschouwing gelaten.

  • Deze kaartindicator toont per ha het aantal huishoudens die goed of zeer goed voorzien zijn van basisvoorzieningen op wandelafstand en fietsafstand. De kaart met het niveau aan 'basisvoorzieningen per ha' wordt hiervoor in 4 categorieën verdeeld: matig, beperkt, goed en zeer goed voorzien. Enkel voor de gebieden die goed en zeer goed voorzien zijn, wordt de kaart van de huishoudens 2013 gebruikt en dus beperkt tot die gebieden. De huishoudens die beperkt of matig bediend worden door basisvoorzieningen worden bijgevolg niet getoond. Welke voorzieningen meegenomen werden om de basisvoorzieningen te definiëren kan teruggevonden worden in het eindrapport van de onderzoeksstudie: Verachtert, E., I. Mayeres, L. Poelmans, M. Van der Meulen, M. Vanhulsel, G. Engelen (2016), Ontwikkelingskansen op basis van knooppuntwaarde en nabijheid voorzieningen. Deze studie werd uitgevoerd door VITO in opdracht van Departement Ruimte Vlaanderen en gepubliceerd op 29-02-2016. Zie https://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Diensten/Onderzoek/Studies/articleType/ArticleView/articleId/8954 Voor het bepalen van (een benadering van) het aantal huishoudens per ha werd gebruik gemaakt van de indicator 'huishoudensdichtheid per ha' die gecreëerd werd op de volgende manier. De dataset van de bevolking beschrijft aan de hand van een puntenbestand de locatie en het aantal inwoners per adres. Dit bestand (beta-versie) werd aangemaakt door Agentschap Informatie Vlaanderen (AIV) aan de hand van gegevens uit het Rijksregister (op datum van 2 maart 2013). De locaties werden bepaald door een geocodering van de adressen op basis van CRAB (versie 2013). Als proxy voor het aantal huishoudens werd het aantal adressen in de dataset gebruikt. .Op basis van het puntenbestand van het AIV werd in eerste instantie het aantal huishoudens per hectare berekend door de het aantal objecten in de adressendataset per hectare-cel te sommeren. De grootste uitschieters werden verwijderd uit de kaart. Voor meer details over deze indicator zie het rapport ‘indicatoren ruimtelijk rendement’ dat terug te vinden is onder: https://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Diensten/Onderzoek/Studies/articleType/ArticleView/articleId/9077

  • Deze kaart geeft voor iedere 10m-cel binnen het Vlaamse Gewest een aanduiding of deze wel of niet behoort tot de open ruimte, en dit voor referentiejaar 2013. Het concept ‘open ruimte’ is hier gedefinieerd als enerzijds de gebieden die buiten de kernen gelegen zijn én die niet door ruimtebeslag ingenomen worden, en anderzijds de onbebouwde delen van parken, golfterreinen en overige recreatie (als vormen van landgebruik die wel tot het ruimtebeslag behoren). Om deze definitie te concretiseren werden het landgebruiksbestand Vlaanderen, het ruimtebeslag en de kernen als basisbestanden gebruikt. Eerst werd het totale grondgebied van Vlaanderen verminderd met de kernen en met het ruimtebeslag buiten de kernen. Tot slot werden de onbebouwde delen van de parken en recreatieterreinen gesitueerd buiten de kernen terug aan de open ruimte toegevoegd. Op deze manier omvat deze kaart de, buiten de kernen gelegen, grote onbebouwde landbouw-, natuur-, bos-, park- en recreatiegebieden van Vlaanderen. Deze worden doorsneden met infrastructuren en versnipperd door allerhande bebouwing (particuliere woningen, landbouwwoningen, loodsen, bedrijfsgebouwen, …) en de bijhorende percelen en tuinen die niet tot de open ruimte behoren. Voor meer details over de gehanteerde methode van toewijzing van landgebruik aan open ruimte wordt verwezen naar het Ruimterapport

  • Per hectare wordt berekend welke oppervlakte ‘niet bebouwd’ is. Het gaat hierbij om alle types van bodembedekking uit het landgebruiksbestand 2013 (niveau 1) met uitzondering van de gebouwen, wegen, spoorwegen en overige. Vervolgens wordt de oppervlakte ‘niet bebouwd’ per hectare-cel gedeeld door de fractie ruimtebeslag per hectare om de oppervlakte onbebouwde ruimte per ha ruimtebeslag te bekomen. Over locaties die volledig buiten het ruimtebeslag liggen, geeft deze indicator bijgevolg geen informatie. Voor meer details over deze indicator zie het rapport ‘indicatoren ruimtelijk rendement’ dat terug te vinden is onder: https://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Diensten/Onderzoek/Studies/articleType/ArticleView/articleId/9077

  • Per hectare wordt berekend welke oppervlakte ‘niet bebouwd’ is. Het gaat hierbij om alle types van bodembedekking uit het landgebruiksbestand 2013 (niveau 1) met uitzondering van de gebouwen, wegen, spoorwegen en overige. Voor meer details over deze indicator zie het rapport ‘indicatoren ruimtelijk rendement’ dat terug te vinden is onder: https://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Diensten/Onderzoek/Studies/articleType/ArticleView/articleId/9077