Type of resources
Available actions
Service types
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
License
Contact for the resource
Years
Formats
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
From 1 - 10 / 846
  • Deze dataset bevat de gegevens van de in- en uitgaande dieren in de Vlaamse dierenasielen, die de toepassing Animal Shelter gebruiken. De dataset bevat ook de huidige bezetting en beschikbare dieren op de website.

  • Op voorliggende kaart wordt de mate van overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) voor verzuring van de Europees te beschermen stikstofgevoelige habitats in de Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) in Vlaanderen weergegeven in de tinten geel-oranje-rood. De groene gebieden zijn de stikstofgevoelige habitats waarbij de KDW niet in overschrijding zijn. De KDW is de hoeveelheid depositie (voor verzuring in zuurequivalenten per hectare per jaar of Zeq/ha.jaar) voor een bepaald ecosysteem waaronder er op lange termijn, volgens de huidige wetenschappelijke kennis, geen betekenisvolle verandering in de biodiversiteit optreedt. Voor ieder habitattype is een specifieke KDW bepaald. De overschrijdingskaart is opgemaakt door het VITO op basis van volgende gegevens: (A) De gemodelleerde deposities van verzurende stoffen op basis van VLOPS23, dat gebruik maakt van emissie- en meteogegevens van het jaar 2021; (B) De BWK-habitatkaart versie 2023; (C) De voorlopige zoekzones voor instandhoudingsdoelstellingen - versie 0.2 en (D) de natuurstreefbeelden (passend beheer) zoals opgenomen in de natuurbeheerplannen, versie januari 2024. De kaartlagen B, C en D zijn samen ook beschikbaar als KDW-kaart versie 2024.

  • Op voorliggende kaart wordt de mate van overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) voor eutrofiëring (of vermesting) van de Europees te beschermen stikstofgevoelige habitats in de Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) in Vlaanderen weergegeven in de tinten geel-oranje-rood. De groene gebieden zijn de stikstofgevoelige habitats waarbij de KDW niet in overschrijding zijn. De KDW is de hoeveelheid depositie (kilogram stikstof per hectare per jaar of kg N/ha.jaar) voor een bepaald ecosysteem waaronder er op lange termijn, volgens de huidige wetenschappelijke kennis, geen betekenisvolle verandering in de biodiversiteit optreedt. Voor ieder habitattype is een specifieke KDW bepaald. De overschrijdingskaart is opgemaakt door het VITO op basis van volgende gegevens: (A) De gemodelleerde deposities van eutrofiërende stoffen op basis van VLOPS23, dat gebruik maakt van emissie- en meteogegevens van het jaar 2021; (B) De BWK-habitatkaart versie 2023; (C) De voorlopige zoekzones voor instandhoudingsdoelstellingen - versie 0.2 en (D) de natuurstreefbeelden (passend beheer) zoals opgenomen in de natuurbeheerplannen, versie januari 2024. De kaartlagen B, C en D zijn samen ook beschikbaar als KDW-kaart versie 2024.

  • De laag toont de maatwerkgebieden zoals opgenomen in bijlage 3 tot en met bijlage 7 van het stikstofdecreet. Het betreft habitatrichtlijngebieden, of delen ervan, en een contour van 2 km rond deze gebieden, zoals beschreven in artikels 41 en 44 van het stikstofdecreet.

  • Deze dataset kan gebruikt worden om te testen of de transformatie van Lambert 72 naar Lambert 2008 coördinaten verloopt volgens EPSG:8369 'BD72 to ETRS89 (3) 0.01m accuracy'. EPSG:8369 is de meest precieze transformatiemethode beschikbaar is in GIS-toepassingen en gebruikt hiervoor het NTV2 transformatiegrid van Nicolas SIMON van SPW. De dataset bevat 177K punten met een geometrie volgens het Lambert 72 (EPSG:31370) coördinaatreferentiesysteem (CRS) én xy-coordinaten volgens het Lambert 2008 (EPSG:3812) CRS omgezet met de normatieve cConvert-toepassing van het Nationaal Geografisch Instituut (NGI). De testprocedure verloopt in 3 stappen: 1. Transformeer geom van LB72 naar L08; 2. Bereken de afstand met cConvert-coördinaten; en 3. Verifieer dat de afstand =< 0.011m.

  • Een project met een integrale en ruimtelijke invalshoek dat gebiedsgericht en over sector- of bestuursgrenzen heen actief wil bijdragen tot de versterking van de kwaliteit van de ruimtelijke structuur. Het moet op korte of halflange termijn uitgevoerd kunnen worden. Door de uitvoering van strategische projecten te stimuleren en er meer actief op in te zetten in het kader van (ruimtelijke) planningsprocessen verhoogt het draagvlak voor de ruimtelijke ordening, en de planning in het algemeen, en wordt een voorbeeldfunctie gecreëerd.